muffler

US /ˈmʌf.lɚ/
UK /ˈmʌf.lɚ/
"muffler" picture
1.

sjaal, das

a scarf worn around the neck for warmth

:
She wrapped a warm muffler around her neck before going out in the cold.
Ze wikkelde een warme sjaal om haar nek voordat ze de kou in ging.
He pulled his muffler tighter as the wind picked up.
Hij trok zijn sjaal strakker toen de wind opstak.
2.

uitlaatdemper, demper

(North American) the part of the exhaust system of a motor vehicle, serving to deaden the sound of the engine

:
The car's loud roar indicated a problem with its muffler.
Het luide gebrul van de auto duidde op een probleem met de uitlaatdemper.
He had to replace the rusted muffler on his old truck.
Hij moest de verroeste uitlaatdemper van zijn oude vrachtwagen vervangen.