muddled
US /ˈmʌd.əld/
UK /ˈmʌd.əld/
1.
verward, rommelig
in a state of bewildered or bewildering confusion or disorder
:
•
His thoughts were all muddled after the long journey.
Zijn gedachten waren helemaal verward na de lange reis.
•
The instructions were so muddled that I couldn't understand them.
De instructies waren zo verward dat ik ze niet kon begrijpen.
1.
verwarren, door elkaar halen
to make something confused or disordered
:
•
He muddled the papers on his desk.
Hij verwarde de papieren op zijn bureau.
•
Don't muddle the facts; stick to the truth.
Verwar de feiten niet; houd je aan de waarheid.