monolith
US /ˈmɑː.nə.lɪθ/
UK /ˈmɑː.nə.lɪθ/
1.
monoliet, enkelblok
a large single upright block of stone, especially one shaped into or serving as a pillar or monument.
:
•
The ancient civilization erected a massive monolith in the center of their city.
De oude beschaving richtte een enorme monoliet op in het centrum van hun stad.
•
Stonehenge is famous for its impressive monoliths.
Stonehenge is beroemd om zijn indrukwekkende monolieten.
2.
monoliet, onveranderlijke structuur
a large and impersonal political, corporate, or social structure regarded as indivisible and slow to change.
:
•
The company had become a bureaucratic monolith, resistant to innovation.
Het bedrijf was een bureaucratische monoliet geworden, resistent tegen innovatie.
•
Breaking down the educational monolith is a challenge.
Het afbreken van de educatieve monoliet is een uitdaging.