mobility

US /moʊˈbɪl.ə.t̬i/
UK /moʊˈbɪl.ə.t̬i/
"mobility" picture
1.

mobiliteit, beweeglijkheid

the ability to move or be moved freely and easily

:
The new design improves the mobility of the wheelchair.
Het nieuwe ontwerp verbetert de mobiliteit van de rolstoel.
Exercise can help maintain joint mobility.
Oefening kan helpen de mobiliteit van gewrichten te behouden.
2.

mobiliteit, doorstroom

the ability to move between different social classes, jobs, or places

:
Social mobility is often limited in highly stratified societies.
Sociale mobiliteit is vaak beperkt in sterk gestratificeerde samenlevingen.
The company offers good opportunities for career mobility.
Het bedrijf biedt goede mogelijkheden voor loopbaanmobiliteit.