Betekenis van het woord meantime in het Nederlands
Wat betekent meantime in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
meantime
US /ˈmiːn.taɪm/
UK /ˈmiːn.taɪm/

Zelfstandig Naamwoord
1.
ondertussen, in de tussentijd
the intervening period of time
Voorbeeld:
•
The new system will be ready next month; in the meantime, we'll use the old one.
Het nieuwe systeem is volgende maand klaar; in de tussentijd gebruiken we het oude.
•
I'll start dinner; in the meantime, you can set the table.
Ik begin met het avondeten; in de tussentijd kun jij de tafel dekken.
Bijwoord
1.
ondertussen, in de tussentijd
during the intervening period of time; meanwhile
Voorbeeld:
•
The train was delayed, but meantime, we grabbed a coffee.
De trein had vertraging, maar ondertussen pakten we een kop koffie.
•
He's still working on the report; meantime, let's review the budget.
Hij werkt nog aan het rapport; ondertussen, laten we de begroting doornemen.
Leer dit woord op Lingoland