make the grade
US /meɪk ðə ɡreɪd/
UK /meɪk ðə ɡreɪd/

1.
de vereiste standaard halen, goed genoeg zijn, slagen
to succeed, to be good enough, or to meet the required standard
:
•
He worked hard to make the grade and get into a top university.
Hij werkte hard om de vereiste standaard te halen en toegelaten te worden tot een topuniversiteit.
•
Her performance didn't quite make the grade for the national team.
Haar prestatie was niet helemaal goed genoeg voor het nationale team.