lose your touch
US /luːz jʊər tʌtʃ/
UK /luːz jʊər tʌtʃ/
1.
je touch verliezen, je vaardigheid verliezen
to no longer be able to do something well that you were previously good at
:
•
The chef used to be amazing, but he seems to have lost his touch lately.
De chef was vroeger geweldig, maar hij lijkt de laatste tijd zijn touch verloren te hebben.
•
After not playing for years, I've really lost my touch at tennis.
Na jaren niet gespeeld te hebben, ben ik echt mijn touch kwijtgeraakt met tennis.