lose touch
US /luːz tʌtʃ/
UK /luːz tʌtʃ/

1.
het contact verliezen, uit het oog verliezen
to no longer have contact with someone or something
:
•
After she moved to another city, we started to lose touch.
Nadat ze naar een andere stad verhuisde, begonnen we het contact te verliezen.
•
It's easy to lose touch with old friends if you don't make an effort.
Het is gemakkelijk om het contact te verliezen met oude vrienden als je geen moeite doet.
2.
het contact verliezen, de voeling verliezen
to no longer be aware of or informed about something
:
•
He's started to lose touch with reality.
Hij is begonnen het contact met de realiteit te verliezen.
•
Many politicians lose touch with the common people after being in power for too long.
Veel politici verliezen het contact met het gewone volk nadat ze te lang aan de macht zijn geweest.