long-time
US /ˈlɔŋ.taɪm/
UK /ˈlɔŋ.taɪm/
1.
langdurig, jarenlang
having existed or continued for a long period of time
:
•
They are long-time friends who have known each other since childhood.
Het zijn langdurige vrienden die elkaar al sinds hun jeugd kennen.
•
She is a long-time resident of this town.
Zij is een langdurige inwoner van deze stad.