liquid

US /ˈlɪk.wɪd/
UK /ˈlɪk.wɪd/
"liquid" picture
1.

vloeistof

a substance that flows freely but is of constant volume, having a consistency like that of water or oil

:
•
Water is a clear liquid.
Water is een heldere vloeistof.
•
The machine dispenses hot liquid.
De machine geeft hete vloeistof af.
:
fluid
:
solidgas
1.

vloeibaar

having a consistency like that of water or oil, i.e., flowing freely but of constant volume

:
•
The paint is too liquid; it needs to be thicker.
De verf is te vloeibaar; hij moet dikker zijn.
•
The substance became liquid when heated.
De substantie werd vloeibaar toen deze werd verwarmd.
:
fluidrunny
:
solidgaseous
2.

liquide, contant

of or denoting a form of asset held in cash or readily convertible into cash

:
•
He has a lot of liquid assets.
Hij heeft veel liquide middelen.
•
The company needs to maintain sufficient liquid funds.
Het bedrijf moet voldoende liquide middelen aanhouden.
:
cashreadily convertiblefluid
:
liquidizeliquidateliquid assetsliquid lunchliquidated damages