least
US /liːst/
UK /liːst/

1.
minst
smallest in amount, extent, or significance
:
•
He showed the least interest in the proposal.
Hij toonde de minste interesse in het voorstel.
•
This is the least expensive option.
Dit is de minst dure optie.
:
1.
minst
the smallest amount or degree
:
•
At least, you could have called.
Op zijn minst had je kunnen bellen.
•
I don't want to cause the least bit of trouble.
Ik wil het minste beetje moeite veroorzaken.
:
1.
minst
to the smallest extent or degree
:
•
He was the person I least expected to see.
Hij was de persoon die ik het minst verwachtte te zien.
•
She was least concerned about the consequences.
Ze maakte zich het minst zorgen over de gevolgen.
: