invite back
US /ɪnˈvaɪt bæk/
UK /ɪnˈvaɪt bæk/

1.
terug uitnodigen
to ask someone to return to a place or event
:
•
We should invite them back for dinner next week.
We moeten ze volgende week terug uitnodigen voor het avondeten.
•
The host decided to invite the popular comedian back for another show.
De presentator besloot de populaire komiek terug uit te nodigen voor een andere show.