industrial
US /ɪnˈdʌs.tri.əl/
UK /ɪnˈdʌs.tri.əl/
1.
industrieel
relating to or characterized by industry
:
•
The city has a strong industrial base.
De stad heeft een sterke industriële basis.
•
Many people moved from rural to industrial areas.
Veel mensen verhuisden van landelijke naar industriële gebieden.
2.
industrieel, voor de industrie
designed or suitable for use in industry
:
•
The company uses large industrial machines.
Het bedrijf gebruikt grote industriële machines.
•
They installed new industrial lighting in the warehouse.
Ze installeerden nieuwe industriële verlichting in het magazijn.