inappropriate
US /ˌɪn.əˈproʊ.pri.ət/
UK /ˌɪn.əˈproʊ.pri.ət/

1.
ongepast, onfatsoenlijk, ongeschikt
not suitable or proper in the circumstances
:
•
His comments were completely inappropriate for the formal dinner.
Zijn opmerkingen waren volkomen ongepast voor het formele diner.
•
Wearing shorts to a wedding is generally considered inappropriate.
Het dragen van een korte broek naar een bruiloft wordt over het algemeen als ongepast beschouwd.