in stitches
US /ɪn ˈstɪtʃɪz/
UK /ɪn ˈstɪtʃɪz/
1.
in een deuk liggen, hilarisch vinden
laughing uncontrollably; in a state of extreme amusement
:
•
The comedian had the entire audience in stitches with his jokes.
De komiek had het hele publiek in een deuk met zijn grappen.
•
We were all in stitches watching the blooper reel.
We lagen allemaal in een deuk toen we de blooper-reel bekeken.