in reality
US /ɪn riˈæl.ɪ.t̬i/
UK /ɪn riˈæl.ɪ.t̬i/

1.
in werkelijkheid, eigenlijk
in fact; actually
:
•
He seems confident, but in reality, he's quite nervous.
Hij lijkt zelfverzekerd, maar in werkelijkheid is hij behoorlijk nerveus.
•
The plan sounded good, but in reality, it was impossible to execute.
Het plan klonk goed, maar in werkelijkheid was het onmogelijk uit te voeren.