in excess of
US /ɪn ɪkˈses ʌv/
UK /ɪn ɪkˈses ʌv/

1.
meer dan, boven
more than; above
:
•
The company reported profits in excess of $10 million this quarter.
Het bedrijf rapporteerde winsten van meer dan $10 miljoen dit kwartaal.
•
The car was traveling at a speed in excess of the legal limit.
De auto reed met een snelheid boven de wettelijke limiet.