in essence

US /ɪn ˈes.əns/
UK /ɪn ˈes.əns/
"in essence" picture
1.

in wezen, fundamenteel

fundamentally; in all important respects

:
In essence, the two proposals are the same.
In wezen zijn de twee voorstellen hetzelfde.
Her argument, in essence, was that he was too young for the job.
Haar argument was in wezen dat hij te jong was voor de baan.