imprisonment
US /ɪmˈprɪz.ən.mənt/
UK /ɪmˈprɪz.ən.mənt/

1.
gevangenschap, detentie, opsluiting
the state of being imprisoned; captivity
:
•
He faced a long period of imprisonment for his crimes.
Hij stond een lange periode van gevangenschap te wachten voor zijn misdaden.
•
The human rights group condemned the arbitrary imprisonment of activists.
De mensenrechtenorganisatie veroordeelde de willekeurige gevangenneming van activisten.