Betekenis van het woord horse in het Nederlands

Wat betekent horse in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

horse

US /hɔːrs/
UK /hɔːrs/
"horse" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

paard

a large, plant-eating, domesticated mammal with a flowing mane and tail, used for riding, racing, and to carry and pull loads.

Voorbeeld:
The knight rode his horse into battle.
De ridder reed op zijn paard de strijd in.
She loves to ride her horse every morning.
Ze houdt ervan om elke ochtend op haar paard te rijden.
2.

bok, steun

a framework or device, typically with legs, used as a support or to span an opening.

Voorbeeld:
The carpenter used a sawhorse to cut the wood.
De timmerman gebruikte een zaagbok om het hout te zagen.
They set up a vaulting horse for gymnastics practice.
Ze zetten een springpaard op voor gymnastiekoefeningen.

Werkwoord

1.

van paarden voorzien, met paarden trekken

to provide with a horse or horses.

Voorbeeld:
The stable owner will horse the riders for the trail.
De stalhouder zal de ruiters van paarden voorzien voor het pad.
They had to horse the wagons across the river.
Ze moesten de wagens met paarden trekken over de rivier.
Leer dit woord op Lingoland