have no business doing something
US /hæv noʊ ˈbɪz.nɪs ˈduː.ɪŋ ˈsʌm.θɪŋ/
UK /hæv noʊ ˈbɪz.nɪs ˈduː.ɪŋ ˈsʌm.θɪŋ/
1.
geen recht hebben om iets te doen, niets te maken hebben met
to have no right or reason to do something
:
•
You have no business doing something like that.
Je hebt geen recht om zoiets te doen.
•
He had no business interfering in their private matters.
Hij had geen recht om zich te bemoeien met hun privézaken.