handgun
US /ˈhænd.ɡʌn/
UK /ˈhænd.ɡʌn/

1.
handvuurwapen, pistool
a small firearm designed to be held and fired with one hand
:
•
The police officer drew his handgun from its holster.
De politieagent trok zijn handvuurwapen uit zijn holster.
•
He was arrested for carrying a concealed handgun.
Hij werd gearresteerd voor het dragen van een verborgen handvuurwapen.