half-volley
US /ˈhæfˌvɑːl.i/
UK /ˈhæfˌvɑːl.i/

1.
half-volley, halfvolley
a shot (as in tennis or soccer) made just after the ball bounces
:
•
The tennis player hit a perfect half-volley at the net.
De tennisser sloeg een perfecte half-volley aan het net.
•
He scored with a powerful half-volley from outside the box.
Hij scoorde met een krachtige half-volley van buiten het strafschopgebied.
1.
half-volleyen
to hit (a ball) just after it bounces
:
•
He managed to half-volley the ball over the defender's head.
Hij slaagde erin de bal over het hoofd van de verdediger te half-volleyen.
•
You need good timing to half-volley effectively.
Je hebt een goede timing nodig om effectief te half-volleyen.