Betekenis van het woord hag in het Nederlands
Wat betekent hag in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
hag
US /hæɡ/
UK /hæɡ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
heks, feeks
an ugly, evil-looking old woman
Voorbeeld:
•
The children were scared of the old hag who lived in the woods.
De kinderen waren bang voor de oude heks die in het bos woonde.
•
She called her ex-husband's new girlfriend a jealous hag.
Ze noemde de nieuwe vriendin van haar ex-man een jaloerse heks.
Leer dit woord op Lingoland