Betekenis van het woord god in het Nederlands

Wat betekent god in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

god

US /ɡɑːd/
UK /ɡɑːd/
"god" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

God

the creator and ruler of the universe and source of all moral authority; the supreme being.

Voorbeeld:
Many people believe in one God.
Veel mensen geloven in één God.
She prayed to God for guidance.
Ze bad tot God om leiding.
2.

god, godheid

a god or goddess in a polytheistic religion.

Voorbeeld:
The ancient Greeks worshipped many gods and goddesses.
De oude Grieken aanbaden vele goden en godinnen.
Zeus was the king of the gods in Greek mythology.
Zeus was de koning van de goden in de Griekse mythologie.

Uitroep

1.

God, hemel

used as an exclamation to express surprise, anger, or other strong emotions.

Voorbeeld:
Oh my God, I can't believe it!
Oh mijn God, ik kan het niet geloven!
For God's sake, just tell me the truth!
In Godsnaam, vertel me gewoon de waarheid!
Leer dit woord op Lingoland