go camping
US /ɡoʊ ˈkæmpɪŋ/
UK /ɡoʊ ˈkæmpɪŋ/

1.
gaan kamperen, kamperen
to spend a holiday living in a tent or a camp
:
•
We plan to go camping in the mountains next summer.
We zijn van plan om volgende zomer te gaan kamperen in de bergen.
•
They love to go camping by the lake every year.
Ze houden ervan om elk jaar bij het meer te gaan kamperen.