give trouble
US /ɡɪv ˈtrʌb.əl/
UK /ɡɪv ˈtrʌb.əl/

1.
problemen geven, moeilijkheden veroorzaken
to cause problems or difficulties for someone or something
:
•
My old car started to give trouble on the highway.
Mijn oude auto begon problemen te geven op de snelweg.
•
The new software update might give some users trouble.
De nieuwe software-update kan sommige gebruikers problemen geven.