gentleman
US /ˈdʒen.t̬əl.mən/
UK /ˈdʒen.t̬əl.mən/

1.
heer, gentleman
a man of good family and social position
:
•
He was a true gentleman, always polite and respectful.
Hij was een echte heer, altijd beleefd en respectvol.
•
The club is open to all gentlemen and ladies.
De club is open voor alle heren en dames.
2.
beleefde man, galante man
a polite or chivalrous man
:
•
He opened the door for her, a true gentleman.
Hij opende de deur voor haar, een echte heer.
•
Always be a gentleman, even in difficult situations.
Wees altijd een heer, zelfs in moeilijke situaties.