gaming

US /ˈɡeɪ.mɪŋ/
UK /ˈɡeɪ.mɪŋ/
"gaming" picture
1.

gamen, spelletjes spelen

the activity of playing video games

:
He spends most of his free time gaming with his friends online.
Hij besteedt het grootste deel van zijn vrije tijd aan gamen met zijn vrienden online.
The rise of esports has made professional gaming a viable career.
De opkomst van esports heeft professioneel gamen tot een haalbare carrière gemaakt.
2.

gokken, kansspelen

the practice of playing games of chance for money; gambling

:
He lost all his savings due to his excessive gaming.
Hij verloor al zijn spaargeld door zijn buitensporige gokken.
The government is implementing new regulations to control online gaming.
De overheid implementeert nieuwe regelgeving om online gokken te controleren.