gale

US /ɡeɪl/
UK /ɡeɪl/
"gale" picture
1.

storm, orkaan

a very strong wind

:
The ship was battered by a fierce gale.
Het schip werd geteisterd door een felle storm.
A sudden gale swept across the open field.
Een plotselinge storm raasde over het open veld.
2.

uitbarsting van gelach, schaterlach

a burst of laughter

:
A gale of laughter erupted from the audience.
Een uitbarsting van gelach barstte los uit het publiek.
She let out a sudden gale of giggles.
Ze liet een plotselinge uitbarsting van gegiechel horen.