for (the) want of
US /fɔr ðə wɑnt əv/
UK /fɔr ðə wɑnt əv/

1.
door gebrek aan, wegens gebrek aan
because of a lack of something
:
•
The plan failed for want of proper funding.
Het plan mislukte door gebrek aan de juiste financiering.
•
Many good ideas are lost for want of a champion.
Veel goede ideeën gaan verloren door gebrek aan een voorvechter.