feud
US /fjuːd/
UK /fjuːd/

1.
vete, ruzie, geschil
a prolonged and bitter quarrel or dispute
:
•
The two families had a long-standing feud over land.
De twee families hadden een langdurige vete over land.
•
The pop stars' public feud dominated the tabloids.
De openbare vete van de popsterren domineerde de roddelbladen.
1.
ruziemaken, twisten, vechten
to be engaged in a prolonged and bitter quarrel or dispute
:
•
The neighbors have been feuding for years over the property line.
De buren zijn al jaren aan het ruziemaken over de erfgrens.
•
They continued to feud despite attempts at reconciliation.
Ze bleven ruziemaken ondanks pogingen tot verzoening.