Betekenis van het woord "family doctor" in het Nederlands

Wat betekent "family doctor" in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

family doctor

US /ˈfæm.əl.i ˌdɑːk.tər/
UK /ˈfæm.əl.i ˌdɑːk.tər/
"family doctor" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

huisarts, gezinsarts

a doctor who provides general medical care for people and their families, rather than specializing in one type of illness

Voorbeeld:
Our family doctor advised us to get vaccinated.
Onze huisarts adviseerde ons om ons te laten vaccineren.
She made an appointment with her family doctor for a check-up.
Ze maakte een afspraak met haar huisarts voor een controle.
Leer dit woord op Lingoland