Betekenis van het woord faith in het Nederlands
Wat betekent faith in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
faith
US /feɪθ/
UK /feɪθ/
Zelfstandig Naamwoord
1.
vertrouwen, geloof
complete trust or confidence in someone or something
Voorbeeld:
•
She has great faith in her doctor.
Ze heeft veel vertrouwen in haar dokter.
•
He lost faith in the political system.
Hij verloor zijn vertrouwen in het politieke systeem.
2.
geloof, religie
strong belief in God or in the doctrines of a religion, based on spiritual conviction rather than proof
Voorbeeld:
•
He lives his life according to his religious faith.
Hij leeft zijn leven volgens zijn religieuze geloof.
•
Many people find comfort in their faith during difficult times.
Veel mensen vinden troost in hun geloof in moeilijke tijden.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: