endeavour
US /enˈdev.ɚ/
UK /enˈdev.ɚ/

1.
poging, onderneming, inspanning
an attempt to achieve a goal
:
•
His endeavour to climb the mountain was admirable.
Zijn poging om de berg te beklimmen was bewonderenswaardig.
•
The project was a joint endeavour by several research teams.
Het project was een gezamenlijke onderneming van verschillende onderzoeksteams.
1.
streven, proberen, zich inspannen
try hard to do or achieve something
:
•
We must endeavour to understand each other's perspectives.
We moeten ernaar streven elkaars perspectieven te begrijpen.
•
He will endeavour to complete the task by Friday.
Hij zal proberen de taak voor vrijdag af te ronden.