moving

US /ˈmuː.vɪŋ/
UK /ˈmuː.vɪŋ/
"moving" picture
1.

ontroerend, aangrijpend

producing strong emotion, especially sadness or sympathy

:
•
It was a very moving speech.
Het was een zeer ontroerende toespraak.
•
The film was so moving that I cried.
De film was zo ontroerend dat ik moest huilen.
:
affectingtouchingheartwarmingpoignantstirring
2.

bewegend, in beweging

in motion; not still

:
•
Keep the camera steady, even if the subject is moving.
Houd de camera stabiel, zelfs als het onderwerp beweegt.
•
The train was already moving when I jumped on.
De trein was al in beweging toen ik erop sprong.
:
mobileactivedynamicshiftingtraveling
1.

verplaatsing, beweging, verhuizing

the action of changing location or position

:
•
The moving of furniture is hard work.
Het verplaatsen van meubels is zwaar werk.
•
We are planning our big moving day next month.
We plannen onze grote verhuisdag volgende maand.
:
relocationtransfershifttransportdisplacement
:
movemove inmove onmove upmove outmoving vanmove over