effusion

US /ɪˈfjuː.ʒən/
UK /ɪˈfjuː.ʒən/
"effusion" picture
1.

effusie, uitstorting

an outpouring of a liquid

:
The doctor noted a pleural effusion in the patient's lung.
De dokter constateerde een pleurale effusie in de long van de patiënt.
There was a significant effusion of blood after the injury.
Er was een aanzienlijke uitstorting van bloed na de verwonding.
2.

uitstorting, uitbarsting

an unrestrained or heartfelt expression of feeling

:
Her speech was an emotional effusion of gratitude.
Haar toespraak was een emotionele uitstorting van dankbaarheid.
He greeted her with an effusion of warmth and joy.
Hij begroette haar met een uitstorting van warmte en vreugde.