Betekenis van het woord dutch in het Nederlands
Wat betekent dutch in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
dutch
US /dʌtʃ/
UK /dʌtʃ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
Nederlands
the West Germanic language of the Netherlands and Flanders.
Voorbeeld:
•
She is fluent in Dutch and English.
Ze spreekt vloeiend Nederlands en Engels.
•
Many historical documents are written in old Dutch.
Veel historische documenten zijn geschreven in oud Nederlands.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
Nederlands, Hollands
of or relating to the Netherlands, its people, or their language.
Voorbeeld:
•
He enjoys eating Dutch cheese.
Hij geniet van het eten van Hollandse kaas.
•
The Dutch canals are famous worldwide.
De Nederlandse grachten zijn wereldberoemd.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: