drive someone crazy
US /draɪv ˌsʌm.wʌn ˈkreɪ.zi/
UK /draɪv ˌsʌm.wʌn ˈkreɪ.zi/

1.
gek maken, tot waanzin drijven
to make someone feel extremely annoyed or upset
:
•
His constant complaining is starting to drive me crazy.
Zijn constante geklaag begint me gek te maken.
•
The noise from the construction site is enough to drive anyone crazy.
Het lawaai van de bouwplaats is genoeg om iedereen gek te maken.
2.
gek maken, opwinden
to make someone feel very excited or enthusiastic
:
•
The thought of winning the lottery drives him crazy with excitement.
De gedachte aan het winnen van de loterij maakt hem gek van opwinding.
•
Her beauty could drive a man crazy.
Haar schoonheid kan een man gek maken.