dog paddle
US /ˈdɑːɡ ˌpæd.əl/
UK /ˈdɑːɡ ˌpæd.əl/
1.
hondjepootje, hondenzwemmen
a simple swimming stroke in which the swimmer makes short, quick movements with the hands and feet, resembling a dog's swimming action
:
•
The child learned to dog paddle before mastering other strokes.
Het kind leerde hondjepootje voordat het andere slagen beheerste.
•
He could only dog paddle across the shallow end of the pool.
Hij kon alleen hondjepootje over het ondiepe gedeelte van het zwembad.
1.
hondjepootje zwemmen, hondenzwemmen
to swim using the dog paddle stroke
:
•
Even though he was a beginner, he managed to dog paddle to the edge of the pool.
Hoewel hij een beginner was, slaagde hij erin om naar de rand van het zwembad te hondjepootje.
•
My little brother can only dog paddle, but he loves being in the water.
Mijn kleine broertje kan alleen hondjepootje, maar hij is dol op water.