Betekenis van het woord dna in het Nederlands
Wat betekent dna in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
dna
US /ˌdiː.enˈeɪ/
UK /ˌdiː.enˈeɪ/
Zelfstandig Naamwoord
1.
DNA
deoxyribonucleic acid, a self-replicating material that is present in nearly all living organisms as the main constituent of chromosomes. It is the carrier of genetic information.
Voorbeeld:
•
Scientists are studying the structure of DNA.
Wetenschappers bestuderen de structuur van DNA.
•
Every person has unique DNA.
Iedereen heeft uniek DNA.
2.
essentie, aard, kern
the fundamental and distinctive characteristics or qualities of someone or something, especially when regarded as unchangeable.
Voorbeeld:
•
Innovation is part of the company's DNA.
Innovatie is onderdeel van het DNA van het bedrijf.
•
Honesty is in his DNA; he can't lie.
Eerlijkheid zit in zijn DNA; hij kan niet liegen.
Leer dit woord op Lingoland