disgusted
US /dɪsˈɡʌs.tɪd/
UK /dɪsˈɡʌs.tɪd/

1.
walgelijk, afgestoten
feeling or expressing revulsion or strong disapproval
:
•
She was disgusted by the mess in the kitchen.
Ze was walgelijk van de rommel in de keuken.
•
He looked at the scene with a disgusted expression.
Hij keek naar het tafereel met een walgelijke uitdrukking.