disc

US /dɪsk/
UK /dɪsk/
"disc" picture
1.

schijf, plaat

a flat, thin, round object

:
The game comes on a compact disc.
Het spel wordt geleverd op een compacte schijf.
He threw the frisbee disc across the park.
Hij gooide de frisbee schijf over het park.
2.

schijf, harde schijf

a thin, flat, circular piece of material, especially one used for recording or storing information

:
The computer has a hard disc drive.
De computer heeft een harde schijf.
She inserted the installation disc into the drive.
Ze plaatste de installatieschijf in de drive.
1.

schijven, vormen tot een schijf

to make something into a disc shape

:
The potter carefully disced the clay into a perfect circle.
De pottenbakker vormde de klei zorgvuldig tot een perfecte cirkel.
The machine discs the metal sheets for precision parts.
De machine schijft de metalen platen voor precisieonderdelen.