detox

US /ˈdiː.tɑːks/
UK /ˈdiː.tɑːks/
"detox" picture
1.

detox, ontgifting

a process or period of time in which one rids one's body of toxic or unhealthy substances; detoxification.

:
She went on a juice detox for a week.
Ze deed een week lang een sapdetox.
The clinic offers a full-body detox program.
De kliniek biedt een volledig lichaamsdetoxprogramma aan.
1.

detoxen, ontgiften

undergo a process of detoxification.

:
Many people choose to detox after the holidays.
Veel mensen kiezen ervoor om na de feestdagen te detoxen.
He decided to detox from sugar for a month.
Hij besloot een maand lang van suiker te detoxen.