defrost
US /ˌdiːˈfrɑːst/
UK /ˌdiːˈfrɑːst/

1.
ontdooien, ontvriezen
to thaw (frozen food)
:
•
Remember to defrost the chicken before cooking.
Vergeet niet de kip te ontdooien voordat je gaat koken.
•
I need to defrost the freezer soon.
Ik moet de vriezer binnenkort ontdooien.