Betekenis van het woord cross-country in het Nederlands
Wat betekent cross-country in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
cross-country
US /ˌkrɔsˈkʌn.tri/
UK /ˌkrɔsˈkʌn.tri/
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
langlauf, veldloop
involving or denoting a race or sport in which competitors travel across open country rather than on roads or tracks
Voorbeeld:
•
She is a champion cross-country skier.
Zij is een kampioen langlaufskiër.
•
The team competed in a cross-country running event.
Het team nam deel aan een veldloopevenement.
2.
binnenlands, landelijk
traveling or extending across a country
Voorbeeld:
•
They took a cross-country road trip.
Ze maakten een cross-country roadtrip.
•
The airline offers cross-country flights.
De luchtvaartmaatschappij biedt binnenlandse vluchten aan.
Bijwoord
1.
cross-country, door het land
across open country rather than on roads or tracks
Voorbeeld:
•
They hiked cross-country through the mountains.
Ze wandelden cross-country door de bergen.
•
The rescue team had to travel cross-country to reach the stranded hikers.
Het reddingsteam moest cross-country reizen om de gestrande wandelaars te bereiken.
Leer dit woord op Lingoland