compile
US /kəmˈpaɪl/
UK /kəmˈpaɪl/
1.
compileren, verzamelen, opstellen
produce (a list, report, or book) by assembling information collected from other sources
:
•
She spent weeks compiling the data for her research.
Ze heeft wekenlang de gegevens voor haar onderzoek verzameld.
•
The committee will compile a report on the findings.
De commissie zal een rapport over de bevindingen opstellen.
2.
compileren
(of a computer) convert (a program) into a form that can be run by the machine
:
•
The software needs to be compiled before it can be executed.
De software moet gecompileerd worden voordat deze kan worden uitgevoerd.
•
The programmer used a special tool to compile the code.
De programmeur gebruikte een speciaal hulpmiddel om de code te compileren.