comparative

US /kəmˈper.ə.t̬ɪv/
UK /kəmˈper.ə.t̬ɪv/
"comparative" picture
1.

vergelijkend, relatief

involving the comparison of two or more things

:
The study involved a comparative analysis of different teaching methods.
De studie omvatte een vergelijkende analyse van verschillende onderwijsmethoden.
She has a comparative advantage in mathematics.
Ze heeft een vergelijkend voordeel in wiskunde.
2.

vergrotende trap

pertaining to the form of an adjective or adverb that expresses a higher degree of the quality or attribute denoted by the base word

:
The word 'taller' is the comparative form of 'tall'.
Het woord 'taller' is de vergrotende trap van 'tall'.
Most adjectives form their comparative by adding '-er'.
De meeste bijvoeglijke naamwoorden vormen hun vergrotende trap door '-er' toe te voegen.
1.

vergrotende trap

the comparative form of an adjective or adverb

:
'Better' is the comparative of 'good'.
'Better' is de vergrotende trap van 'good'.
In English grammar, we often study the positive, comparative, and superlative degrees.
In de Engelse grammatica bestuderen we vaak de positieve, vergrotende en overtreffende trap.