coaxing

US /ˈkoʊk.sɪŋ/
UK /ˈkoʊk.sɪŋ/
"coaxing" picture
1.

overredingskracht, aansporing, vleierij

the action of gently and persistently persuading someone to do something

:
After much coaxing, she finally agreed to sing.
Na veel overredingskracht stemde ze er eindelijk mee in om te zingen.
His gentle coaxing helped the shy child speak.
Zijn zachte overredingskracht hielp het verlegen kind spreken.
1.

overhalen, aansporen, vleien

gently and persistently persuade (someone) to do something

:
He spent hours coaxing the cat out from under the bed.
Hij bracht uren door met het overhalen van de kat onder het bed vandaan.
She tried coaxing him into joining the team.
Ze probeerde hem te overhalen om lid te worden van het team.