citadel
US /ˈsɪt̬.ə.del/
UK /ˈsɪt̬.ə.del/
1.
citadel, vesting
a fortress, typically on high ground, protecting or dominating a city
:
•
The ancient citadel stood proudly overlooking the city.
De oude citadel stond trots uitkijkend over de stad.
•
The invaders found it difficult to breach the strong citadel.
De indringers vonden het moeilijk om de sterke citadel te doorbreken.
2.
bolwerk, vesting
a strong, secure place or position
:
•
The university is a citadel of academic freedom.
De universiteit is een bolwerk van academische vrijheid.
•
He built a financial citadel to protect his assets.
Hij bouwde een financiële citadel om zijn bezittingen te beschermen.